I’m dreaming of a 112…

Telkens als ik weer eens de held uithang in mijn droom, kom ik op een bepaald moment op het punt dat het noodzakelijk is om de politie te bellen met mijn gsm. Geen enkel probleem zou je denken… Toch wel dus. Ik slaag er namelijk nooit in om dat nummer juist te typen. Elke mogelijke combinatie passeert de revue: 121, 122, zelfs 211. Ik durf zelfs te wedden dat ik ooit ook volhardend 911 ben blijven proberen, terwijl we hier natuurlijk niet echt in Amerika zijn. Nee, ook niet in mijn droom. ’t Is al zo ver gekomen dat ik gewoon in volle droomactie op mezelf sta te schelden omdat ’t me alweer niet lukt… ‘Alleh, ’t is weer van dat, wat is daar nu in godsnaam zo moeilijk aan, ’t zijn 3 cijferkes! Komaan, concentratie verdomme!’ Vannacht ben ik er echter, na verwoede pogingen, eindelijk in geslaagd het juiste nummer in te toetsen. De moeite die me dat gekost heeft, ongezien… Ik hoop dat ’t mij volgende keer nog eens lukt, want net op het moment dat ik de 2 van 112 intypte, stond de bad guy voor mijn neus. En toen had ’t natuurlijk niet veel zin meer. Bummer.

(Crazy Old) Cat Lady

Ja. Ik beken. Ik ben een kattenmens. Iedereen zegt altijd dat kattenmensen zot zijn… Nu moet ik zeggen, ‘old’ ben ik nog niet, dat lijkt me nog een beetje te vroeg. ‘Crazy’ daarentegen, dat begint me soms al wel op te vallen van mezelf. Desalniettemin (yes, you taught me well, Clair-Obscur) zet ik toch ook die ‘crazy’ tussen haakjes, omdat ik me zo niet wil profileren. Nee, inderdaad toch niet. Wat overblijft, is het heel duidelijke statement dat ik een Cat Lady ben. Beetje zoals Phoebe in Friends. Denk ik. (ik kijk nooit Friends, verschoning) Hoewel die toch ook redelijk wiwi in the head is…was…whatever. 

Let’s get to the point. Ik droom ervan om een kat in huis te hebben. Vroeger heb ik een kat gehad, Pluisje heette ze, toen we nog in een rustige achterbuurt woonden. (tussen de marginalen, maar dat doet er nu niet toe) Ze heeft zelfs jonkies gekregen, superschattig. Helaas herinner ik me daar niets meer van, dus dankjewel mama voor de mooie foto van de kattenjonkies. Pluisje heb ik moeten achterlaten toen ik 4 was, omdat we aan de drukke baan gingen wonen. Niet lang daarna kregen we een hond, Radja, waar we allemaal stapelzot van waren. We kregen ook cavia’s, een hamster, kippen en vissen (die één voor één doodgingen, God knows why). Die cavia’s en die kippen zijn er nog altijd, en we hebben er al 3 hamsters doorgedraaid (niet letterlijk te interpreteren, liefst). Maar cavia’s, Jesus Christ, wat een saaie beesten zijn dat feitelijk. Schattig hoor, daar niet van, en ze fluiten altijd naar mij alsof ’t bouwvakkers zijn. Ze hebben dan eigenlijk gewoon honger, maar goed ja. Je kan daar dus niks mee aanvangen eh. En dat wordt opgegeten door katten en wezelachtigen aan de lopende band. Om van kippen nog maar te zwijgen, wat een achterlijke beesten… Lekkere eitjes, maar daarmee is alles gezegd. En ik wil dan zó graag een kat… Die beesten zijn tenminste nog sociaal, ze hebben een schitterend karakter (sommige toch, allee, de mijne zou dat wel hebben) en ze zijn proper want ze wassen zichzelf. Maar mijn kat zou de cavia’s opvreten, wat dan weer op verzet stuit bij broer en zus. Zus zou er misschien nog niets mee inzitten, die wil al lang van die beesten af, maar een kat schijnt dan toch te drastisch te zijn.

Nu moet ’t juist lukken dat er gisterenavond een kat voor mijn deur heen en weer liep. Allehja, ze liep heen en weer door de straat, maar ik riep ze. Je snapt wat ik bedoel. Ze kwam naar mij gelopen, met zo’n tinkelend belletje aan haar halsbandje, en ik smolt, as always. Ze begon daar rond mijn benen te draaien, kopjes te geven en te miauwen. Ik deed de voordeur open, in een moment van ‘als ze naar binnen gaat dan hou ik ze’-zinsverbijstering. Op dat vlak ben ik heel listig. Je zou voor minder eh, het ging om een kat! Anyway. Ze liep inderdaad naar binnen, ik was helemaal in mijn nopjes. Tot ik eraan dacht dat die kat niet van mij is en dat ze een halsbandje aan heeft, wat wil zeggen dat ze wel degelijk van iemand is. (en ik mag geen dieren houden op mijn kot, maar dat zou ik nog magically durven vergeten op momenten als deze) De tristesse overviel mij onmiddellijk. Ik had nog eventjes de licht opflakkerende overpeinzingen à la ‘waar zou ik ze laten slapen’ en ‘ik moet nog krantenpapier hebben om op de vloer te leggen, want ik heb geen kattenbak’. Maar mijn geweten won het van mijn diepste verlangens. Dat gebeurt niet vaak, I can tell you. En dus heb ik ze buitengezet en, naar mijn gevoel, compleet aan haar lot overgelaten, zodat ze naar huis kon. Ik ben veel te empathisch. En nee, dan heb ik ’t niet over de gevoelens van het baasje.

Intuition

Mijn intuïtie laat mij nooit in de steek. Dat is gisteren nog maar eens pijnlijk duidelijk geworden. Want af en toe zou ik willen dat mijn intuïtie iets meer ‘dramaqueens’ sprak. Dat ik soms dingen intuïtief aanvoel die achteraf niet waar blijken te zijn. Dat mijn intuïtie iets van niets is en dat zoiets enkel in je gedachten bestaat. Dat mijn intuïtie niet zo superhard telkens de waarheid blijkt te spreken als ze worst case scenarios voorspelt. Helaas, you don’t fool my intuition, hoe graag ik ’t deze keer ook anders had gezien…

Over het weer, de Spar en guys.

De titel van deze post was beter ‘Over het kakweer, de ambetante Sparmadam en … guys’ geweest. Maar ik ben beschaafd en fijngevoelig. For now.

 Wat een weer, wat een weer… Ik heb mijn waterproof mascara al maar terug bovengehaald. Ja die zat ergens onderin mijn tasje omdat ik eens ergens gelezen heb dat waterproof mascara niet zo goed is voor je wimpers? Geen idee of dat echt zo is, don’t really care eigenlijk ook op dit moment, want als ik moet kiezen tussen panda en ‘niet zo goed voor mijn wimpers’ dan kan ’t er wel eens een keertje mee door zou ik denken. Niet dat ik zo superveel buitenkom these days, behalve natuurlijk als er net zo’n vlaag van jewelste zit aan te komen uiteraard. En dan sta ik voor mijn raam en ik denk ‘als dat hier nu aan ’t regenen is als ik weg moet, dan schiet ik uit mijn krammen eh’. En dan kom ik buiten en dan is ’t aan ‘t smossen gelijk zot en dan denk ik ‘achja, gelukkig heb ik een kap…’. Pas op, ik kan serieus binnensmonds vloeken als ik buitenkom en ’t weer staat mij niet aan. Zo’n beetje als ‘och joenge godverd.. moet ik da nu weer tegenkomen alleh komaan seg voor die keer dat ik eens buitenkom gondnonde met hun voze regen en hun onnozele wind ’t kan ook nooit eens nor-maal weer zijn eh alleh ‘k zal mij maar spoeien zeker dat ik onder dat afdakske kan gaan staan ja lap eh ’t straat staat weer onder water ja merci eh manne gelijk dat mijn schoenen zo superwaterdicht zijn’ enz. Een combinatie van regen en wind is ’t ergste. Ofwel komt de wind van vanachter, waardoor je er als een trol uitziet als je je bestemming dan uiteindelijk toch hebt bereikt. Ofwel komt de wind van vanvoor, waardoor je al die regen in je gezicht gespletst krijgt en je er dus, waterproof mascara of niet, sowieso toch wel uitziet als een verzopen (!) panda. Als de wind van opzij komt, heb je gewoon alles door elkaar. You gotta love Belgium. Het enige land waarin posts over regen en wind uuuurenlang leesplezier kunnen geven. But let’s not go there.

Over naar de Spar. De Spar krijgt in ’t algemeen wel mijn goedkeuring. Behalve als halverwege de week de bruschetta op is, de madammen van de charcuterie mij weer niet verstaan, ze de gang blokkeren met een palet water, of er fruit ligt met gore donkerbruine plekken. Grootste ergernis is echter de sparmadam die soms aan de kassa zit en dus NIET kan omgaan met klanten of eten. Jammer dat dat de twee belangrijkste dingen zijn in de Spar. Wat een compleet arrogant mens, niets vriendelijkheid, ze smijt je eten gewoon over die scanner alsof er natuurlijke bumpers aanhangen. Niet zo handig als de zak voor ’t brood net iets te klein was… Ik laat haar altijd lekker lang wachten op haar geld door rustig mijn tas in te laden en haar ondertussen eens een blik toe te werpen van ‘wat is ’t eh, ge moet zo voos niet naar mij kijken’. Nu niet denken dat ik onverdraagzaam ben. Ik verdraag mensen heel gemakkelijk, behalve als ze niet mee zijn met de hedendaagse beschaving. Luid roepende mensen op straat in ’t midden van de nacht, gasten die op fietsen staan te springen alsof ’t trampolines zijn, klein kinders die op ’t luidste volume naar hun favoriete baggermuziek aan ’t luisteren zijn op de bus… Nee, niets voor mij. Voor de rest ben ik dol op de wereld hoor!

Of ik zo dol ben op mannen valt nog te bezien. In ’t algemeen -alweer- wel hoor, zolang ze de mannelijke complexiteit achterwege laten is alles in orde voor mij. Maar van ’t moment dat ze besluiten om eens lekker moeilijk te gaan doen (of moet ik zeggen oermannelijk, ’t klinkt een beetje hetzelfde), tja, dan is ’t om zeep eh. Nu moet ik zeggen, dat ligt volledig aan mezelf hoor. Ik ga gewoon op zoek naar de mannelijke complexiteit, of ik creëer ze zelf, al eender. Globaal gezien zijn mannen niet zo moeilijk, je moet ze gewoon snappen. En laat daar nu net mijn probleem zitten. Want dat stemmetje in mijn hoofd werkt af en toe eens tegen als ’t over snappen gaat. WAT moet ik snappen, HOE zit ’t nu juist, dat soort dingen. In plaats van te denken ‘achja, ’t zal wel zo zijn, dat komt allemaal in orde’… Nee, ik laat alles duizend keer ronddraaien in mijn hoofd, ik lijm er mijn eigen interpretaties aan vast (secondelijm, je krijgt dat voor geen meter meer van elkaar), ik vorm ideeën over wat hij nu eigenlijk zegt, wilt of bedoelt en ik word compleet zot. Terwijl het betere plan toch zou zijn om gewoon te luisteren, begrijpen wat er te begrijpen valt en te STOPPEN met DENKEN. Of nee excuseer, ik denk al lang niet meer, de gepaste term is eerder ‘overanalyseren’. Oplossing van het probleem: stop-daar-mee… Hmm. Okay. Works for me.

 

Yo, ik ben Sam en ik ben stoer.

Ik heb maandag een leren frakske gekocht. Voor 50€ in de H&M kan je niet sukkelen eh. En ’t ziet er nog niet eens nep uit! Met andere woorden: ik blij. Nu moet ik toch wel zeggen dat zo’n frakske mijn ‘lief’ imago volledig naar de knoppen lijkt te helpen als ik in de spiegel kijk. Elke keer heb ik de neiging om mijn naam officieel te laten veranderen in ‘Sam’ of iets anders stoers in die aard. Die boost van mijn stoerheidsniveau is nochtans mooi meegenomen. Ik ben ’t namelijk beu om altijd maar lief te zijn voor iedereen. Om recht te moeten staan voor bomma’s die je met een zuur gezicht staan aan te kijken omdat ’t niet rapper kan en omdat je eigenlijk al vantevoren had moeten weten dat die plek op de bus voor hen was. Om telkens opnieuw toch maar de effort te doen om de groepjes huppeltrutten die per se met 3 naast elkaar op de stoep willen lopen te ontwijken en dus zelf maar op straat te gaan lopen. En dan maar binnensmonds vloeken en schelden. Nu, met mijn leren frakske zal ’t gene waar meer zijn! Of dat maak ik mezelf toch wijs… ’t Is maar hoe je jezelf voelt als je over straat loopt eh, daar hangt alles van af! Daarstraks nog dacht ik bij mezelf ‘mjoaa, zou ik mijn nieuwe jas aandoen om naar de les te gaan of niet ja nee ja nee ja nee’, want anders dan je zou denken, is mijn stoerheidsniveau enkel uiterlijk gestegen, innerlijk ben ik nog altijd een watje. En watjes, tja, die zijn niet zo op hun gemak als ze opeens iets compleet anders en opvallends aandoen dat de aandacht trekt. Daar mag ook een eind aan komen, maar zover zijn we nog nét niet. Uiteindelijk heb ik hem aangedaan, omdat ik dacht ‘seg, als ik een leren frakske wil aandoen, dan doe ik dat toch zeker’. En IEDEREEN KEEK NAAR MIJ! Waarschijnlijk zwaar overdreven, en ik was best trots op mijn coole jas, want ja serieus, ik voel er mij goed in, het representeert een deel van mijn persoonlijkheid dat niet al te vaak de buitenlucht kan opsnuiven. Ik blijf dus op zoek naar mezelf en durf af en toe eens een verborgen eigenschap van mezelf te onthullen. Ik ben op de goede weg! Dat zegt mijn leren frakske toch…

Broodje mayo?

Altijd fijn om te merken dat zelfs de mensen van de frituur om de hoek op je lijn letten. Ik vraag een broodje kaas (ja, ik weet ‘t, frituur… broodjes… anyway) en ze doen er automatisch geen mayonaise op. En op zich heb ik daar niks op tegen ze, ahnee, ik ben al wéken sporadisch op dieet, ze mogen mij daar altijd sporadisch bij helpen. Alleen jammer dat ik echt wel weet dat broodjes mét mayonaise lekkerder zijn dan broodjes zonder… Nuja, behoed worden voor de vettige dingen in ’t leven heeft ook wel iets natuurlijk! ’t Is niet zoals die ene keer met dat broodje van Panos, waarbij ik me afvroeg waar ik mijn kaas en groenten moest zoeken in de chaos der mayonaise. Achja, ’t was eens iets anders eh…

Na deze eerste korte post is 1 ding al superduidelijk: Ik probeer sporadisch op mijn lijn te letten. Sporadisch? Het zit zo… Weerstand bieden aan Ben&Jerry’s, chips, kersenlollies… is nogal moeilijk voor iemand die zich Little Miss Dramaqueen noemt. Nu moet ik zeggen, ik heb ook een enorm relativeringsvermogen hoor. Meestal. En als je denkt dat drama en relativeringsvermogen niet samengaan, just wait and see.